Roan van der Plaat, Bernt Klaverboer en Kaj van der Veldt zijn vanuit de jeugdopleiding mee op trainingskamp met de eerste selectie. Waar de laatste twee dat al een aantal weken geleden te horen kregen, moest eerstgenoemde zijn koffer binnen een paar uur inpakken. Gelukkig vergat hij in alle hectiek niks en mag hij zich nu meten met de hoofdmacht.
"De intensiteit is hier een stuk hoger dan bij de Onder 21", vertelt Van der Plaat als hij voor de laptop plaats neemt voor een videogesprek. "Dit is een geweldige ervaring. Het is leuk en gezellig met de jongens. Het is een fijne groep, ik voel me niet buitengesloten. Het hotel is luxe, daar kan ik ook van genieten."
Vrijdag stapten de spelers in het vliegtuig richting Valencia. Van der Plaat leek thuis achter te blijven. "Het was eerst niet de bedoeling dat ik mee ging", erkent de verdediger, die vrijdagochtend een telefoontje kreeg. Pawel Bochniewicz was ziek, waardoor er een plekje vrij was in het vliegtuig. Daardoor mocht het talent mee. Er moest snel actie ondernomen worden, want de koffer was nog leeg. "Ik had wel even stress dat ik iets zou vergeten, maar gelukkig heb ik alles bij me."
Het trainingskamp is voor Van der Plaat een mooie mijlpaal. "Ik speel hier vanaf mijn veertiende, dus dit is mijn zesde jaar. Ik train dit seizoen wel vaker met het eerste mee, maar het is nog niet vast", vertelt de verdediger, die in Vinkeveen het levenslicht zag en door Heerenveen werd gescout toen hij bij de KNVB-amateurselectie zat. Het betekende dat hij zijn ouderlijk huis moest verlaten voor een gastgezin. "Ik ben enig kind, dus kreeg alle aandacht van mijn ouders. Het was wennen dat ik al vroeg uit huis ging, in een totaal nieuwe omgeving. Maar mijn ouders hebben mij heel veel steun gegeven en staan honderd procent achter mij. Zij betekenen alles voor me."
Van der Plaat kwam in Terband terecht, een dorp ten noordwesten van Heerenveen. Hij noemt het inmiddels zijn ‘tweede thuis’. "Ik heb het er nog steeds naar mijn zin", aldus de verdediger, die zich momenteel volledig focust op het voetbal. "Ik denk niet graag aan een plan B. Als je niet honderd procent voor plan A gaat, gaat het ook niet lukken."
Zijn ambities zijn hoog. De tiener wil meer dan alleen trainen met de hoofdmacht: hij wil minuten maken en spelen voor een vol Abe Lenstra stadion. "Ik word volgend jaar twintig, dan ga je wel denken aan een debuut. Dat is wat je wilt als jonge speler. Toen ik hier kwam, was dat al een droom. Als dat is gelukt, wil ik doorgroeien. Ik ben heel benieuwd waar mijn plafond ligt, wat mijn potentie is. Ik ga er alles aan doen om alles er uit te halen."